“You want some?” De Caribische zwerver met grijze rasta’s en honkbalpet kijkt me grijnzend aan. In zijn handen houdt hij een heerlijk geurende bak afhaalchinees. Ik antwoord bevestigend en klim op de door hem blijkbaar geclaimde stapel strandstoelen. Zo eten we samen chinees, uitkijkend op een donkere oceaan. Je maakt nog eens wat mee als je ’s nachts in je uppie over het strand van South Beach Miami loopt.

De gulle zwerver vertelt dat hij is geboren op de Bahama’s. Als ik vraag of zijn leven zoals hij dat leidt hem bevalt antwoord hij instemmend en hij lacht zijn rotte tanden bloot. “Het is hier altijd lekker weer en de mensen zijn vrolijk. Wat wil je nog meer?” Het komt inderdaad bijzonder idyllisch op me over. Een paar seconden lang denk ik dat ik het vast niet zo erg zou vinden om in Florida dakloos te zijn. Maar daarna verwerp ik deze gedachte weer. Het is natuurlijk niet alleen maar leuk.

Ik bedank hem voor het lekkere eten en we nemen afscheid. Ik loop nog een stukje verder, spreid mijn handdoek uit en ga liggen. Ik ben namelijk niet voor niets hier. Vannacht ga ik op het strand slapen, want ik wil dolgraag een keer wakker worden met een zon die voor mijn neus uit de zee oprijst. In Nederland kan dat niet maar hier, aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, kan het wel!

Eventjes schrik ik op als een paar kleine krabbetjes uit het zand omhoog kruipen. Valt mee, niets aan de hand. Het duurt even voordat ik een fijne houding heb gevonden maar uiteindelijk lig ik goed. De combinatie van een warm, tropisch windje en het rustgevende geluid van de golven zorgen ervoor dat ik al snel in slaap val. Ik heb mijn telefoonwekker op een uurtje of vijf gezet want vanaf het eerste ochtendgloren wil ik wakker zijn.

Werkelijk prachtig is het schouwspel dat zich de volgende morgen gratis en voor niets aan mijn ogen voltrekt. De al aanwezige gloed verandert van paars via roze in oranje en dan ineens is daar het bovenste randje van de bekende rode bol. Uiterst langzaam komt de zon op, zichzelf meer en meer reflecterend in het water. Als een poosje later de eerste zonnestraal boven de horizon floept, duik ik het warme zeewater in. Ik laat me terugdrijven door de golven en warm me door de vriendelijke zonnestralen op mijn huid. Elke seconde komen er meer stralen bij, die rap in sterkte toenemen. De weerspiegeling, die van oranje snel is overgegaan naar goud, danst op de golven. Ik doe mijn ogen dicht—en geniet.

Geplaatst op

in