№ 12 | Deel 3: Centraal-Azië
“For decades—centuries even—much of the world has regarded Central Asia a little more than a blank on the map, synonymous not with the centre of Asia but with the middle of nowhere.”
Zo begint de inleiding over Centraal-Azië in de Lonely Planet. En, wees eerlijk, wat weet jij van dit deel van de wereld? Voor ons was het voor we hierheen gingen precies zoals de LP het beschrijft: niet veel meer dan een witte vlek op de kaart. Wat we wisten was dat het ergens tussen Rusland en China ligt, dat het veel onherbergzame gebergtes heeft en dat er herders met spleetogen en bontmutsen moeten rondlopen. En ja hoor—zoek maar eens plaatjes—dat klopt. Maar Centraal-Azië is meer. Wat? Daarover zullen we de komende maanden schrijven. Over onze ervaringen in een deel van de wereld waar je weinig tot geen toeristen ziet en dat, behalve Afghanistan, nagenoeg nooit in het nieuws komt.
Het eten
Deze keer willen we iets vertellen over het eten. We citeren opnieuw de Lonely Planet:
“Food should not be the main reason you come to Central Asia.”
Nee, een culinair paradijs is het hier inderdaad niet. Maar dat hadden we ook niet verwacht. Omdat de mensen die hier wonen overwegend arm zijn, is het eten eenvoudig, en—omdat het leven zwaar is en de winters koud—vooral basic. Denk aan vette soep, wortels, uien, aardappels en yoghurt. Daarnaast krijgen we met enige regelmaat ош geserveerd (spreek uit als ‘osj’), hét regionale gerecht. Osj bestaat uit in olie gebakken rijst met wortel, ui en pietepeuterige kleine stukjes vlees. Van dit vlees moet je je überhaupt niet al te veel voorstellen. Het is vettig en taai en bevat in de meeste gevallen meer bot dan vlees omdat het afvalvlees uit het westen betreft. Kwaliteitsvlees is hier een absoluut luxeproduct. De enige uitzondering hierop is misschien de shaslick, een lekkernij die op straatbarbecues voor niet al te hoge prijzen te verkrijgen is.
Een aantal weken terug hebben we een bevriend gezin meegeholpen met het inmaken van tomatensaus voor de winter. Dit klinkt eenvoudiger dan het was. Enorme bergen tomaten, uien, paprika’s, aubergines en knoflookteentjes zijn er doorheen gegaan. Geschild, in stukjes gesneden en daarna gekookt in een reusachtige pan. Het hele project duurde twee dagen. Resultaat: zestig liter pastasaus. Groenten inmaken wordt in de herfst door wel meer mensen gedaan. Veel groenten, zoals tomaten, zijn ‘s winters namelijk niet meer verkrijgbaar of peperduur. Ook met fruit is dit zo. In oktober hebben we veel druiven gegeten maar nu in november zie je ze al haast niet meer. In feite heel normaal natuurlijk. Het seizoen bepaalt wat er te krijgen is. Er wordt wel voedsel geïmporteerd, maar alleen expats en rijken kunnen dit zich veroorloven. Er zijn geen havens in Centraal-Azië en aanvoerroutes over land zijn lang en bergachtig. Invliegen is uiteraard ook duur, wat dus betekent dat voor de meeste mensen de maaltijden simpel en eentonig zijn.
Tot slot nog iets over het brood. Bij elke maaltijd wordt нон (non) geserveerd: een soort afgeplat, rond stokbrood. Dit brood eet men werkelijk met alles en is onlosmakelijk verbonden met de cultuur. De bedoeling is dat je het brood mét het gerecht eet. Dus: soep met brood, rijst met brood, gebakken aardappels met brood, pizza met brood… Pizza zei je? Maar pizza ís toch…