№ 8 | Deel 1: Europa

“Wordt je wakker G.? Volgens mij zijn we er.” Met een diepe geeuw rekken we ons uit en kijken met slaperige ogen uit het busraampje. We zien moskeeën, wolkenkrabbers en fly-overs. De felle ochtendzon laat het wegdek en de minaretten glinsteren. Dan verlaat de bus de snelweg en draaien we het enorme, werkelijk enorme terrein van Otogar Bayrampaşa op, één van de grootste busstations ter wereld. We zijn in Istanboel. Het is zes uur in de ochtend. Na een Turkse thee en een Turkse koffie pakken we de metro in de richting van het vliegveld en stappen na een halfuur over op de bus richting Beylikdüzü. Een uur later bereiken we de bushalte waar we eruit moeten. We vragen de ober van het restaurant tegenover de bushalte of we onze couchsurfhost, Şahin, mogen bellen. Zijn appartement is vlakbij maar we weten niet precies waar. Onmiddellijk worden we op het terras uitgenodigd. De ober belt voor ons terwijl de directeur van het restaurant regelt dat we thee krijgen. Welkom in Turkije!

Şahin

Beylikdüzü blijkt een welvarende wijk van Istanboel te zijn, eigenlijk een stad op zichzelf. Hoge flats, brede boulevards, veel winkelcentra en veel groen. Veel appartementen hebben een zwembad, zo ook het appartement van Şahin. Nadat hij ons opgehaald heeft doen we inkopen bij de supermarkt en daarna wordt het tijd om wat bij te slapen. In de middag worden we weer wakker en maken we kennis met Lalla en Sasha, een avontuurlijk stelletje uit Wit-Rusland dat ook via couchsurfing onderdak heeft gevonden bij Şahin. We spelen met de kat, een gestoord beest dat af en toe als een raket alle kanten op vliegt en daarna gaan we aan tafel om te genieten van een heerlijk ruikende vegetarische maaltijd.

Louis, Mahmood en Isam

Twee van de drie flatmates van Şahin, Louis (uit de Dominicaanse Republiek) en Mahmood (uit Syrië) zijn ook aangeschoven. Louis werkt eigenlijk als software-ontwikkelaar in Moskou, maar moest vanwege het vernieuwen van zijn visum even een paar maanden het land uit. Aan tafel vertelt hij over zijn jeugd, die niet altijd makkelijk was. Een harde cultuur en veel sociale problemen, zo leren we. Dat lees je niet in de reisgidsjes over dit Caribische paradijs. Louis is overigens een erg komisch persoon. Alleen al zijn enorme afrokapsel met de onafscheidelijke blauwe kam in het haar doet ons glimlachen. Mahmood is makelaar maar de uitzichtloze oorlogssituatie in Aleppo, waar hij vandaan komt, heeft hem doen besluiten om het land te verlaten. Een bijzonder moeilijke keuze, want in Turkije is hij moederziel alleen, zonder familie en zonder vrienden uit zijn eigen land. Het racisme waar hij elke dag mee te maken krijgt maakt het er niet beter op. Hij is al negen(!) keer van werkgever gewisseld omdat hij steeds, ondanks zijn uitstekende makelaarskwaliteiten en goede kennis van de Turkse taal, slaafs en respectloos behandeld werd, puur en alleen omdat hij geen Turk is. Toch klaagt hij niet en weigert hij in de slachtofferrol te kruipen. Hoe meer we met hem praten, hoe groter ons respect wordt voor deze slimme en dappere jongen die zoveel achter heeft moeten laten. Later in de week ontmoeten we ook de derde flatmate, Isam uit Tunesië, die leraar Engels is. Isam is een gezellig en bevlogen figuur met veel vernieuwende ideeën, vooral over het onderwijs, social media en de politiek. Erg inspirerend om met hem van gedachten te wisselen. Het is zo een interessante mix van culturen bij Şahin in huis. Dit zorgt voor levendige gesprekken en heel veel lol. We roken waterpijp op het balkon, trekken baantjes in het zwembad, struinen tijdens zonsondergang over de boulevard van Büyükçekmece, slapen uit, plagen de psychedelische tijgerkat van onze host en bezoeken het oude centrum met zijn prachtige moskeeën, de toeristische Grand Bazaar, de Galatabrug, de Galatatoren, de Istiklal Cadessi en ook het roemruchte Taksimplein.

Opkomen voor je volk

Şahin vertelt over de uit de hand gelopen protesten twee jaar geleden op het Taksimplein en het naastgelegen Gezipark, waar hij zelf ook als demonstrant aanwezig was. Al rondlopend op het plein vertelt hij dat het hem nog steeds veel doet om hier weer te zijn. We voelen zijn onderhuidse woede en realiseren ons tegelijkertijd dat we niet kunnen begrijpen hoe het is om hier te wonen, in een land dat wel democratisch lijkt maar het niet is. Verderop in de week leren we Şahin nog beter kennen. Hij is Koerd en vertrouwt ons toe dat hij moeite heeft om in het betrekkelijk veilige Istanboel te wonen, ver weg van de onrusten in het oosten. Hij voelt zich schuldig en wil meehelpen en meevechten. Opkomen voor zijn volk. Isam, zelf ook afkomstig uit een land vol etnische problemen, steekt hem een hart onder de riem. “Joh”, zegt hij, “alleen al het feit dát je erover nadenkt en je zorgen maakt over andere Koerden zegt al zoveel. Er zijn genoeg mensen die zich helemaal niets aantrekken wat er met hun landgenoten gebeurt en alleen maar aan zichzelf denken. Jij bent tenminste betrokken.”

Kadıköy

De Aziatische kant van Istanboel is ook leuk. De overtocht met de veerboot is een aanrader want al varend krijg je een prachtig beeld van deze uitgestrekte wereldstad. En de wind door je haren (nou ja, G.’s haren dan) is een welkome afwisseling met een temperatuur van drieëndertig graden. We bezoeken de fotogenieke en niet-toeristische vis- en groentebazaar van Kadıköy en gaan lekker brutaal naar het toilet in het sjieke Doubletree by Hilton hotel. Op de veerboot terug naar Eminönü (de Europese kant) komen we drie zwerfjongetjes tegen. Ze zijn net voor vertrek aan boord gesneakt maar bij aankomst worden ze door het bootpersoneel en een ongelofelijk boze passagier opgemerkt. Waarschijnlijk heeft hij iets tegen ze gezegd over niet-betalen en gaven ze een grote bek terug. Eén van de drie weet snel op de kade te springen en verdwijnt als een haas. De andere twee worden niet al te zachtzinnig aan hun bovenarmen meegesleurd maar waarschijnlijk slechts voor de vorm want even later, bij een drukke weg komen we het smoezelige, enigszins aandoenlijke drietal weer tegen. Zonder te kijken en met ware doodsverachting steken ze de straat over. Auto’s remmen en toeteren. Als antwoord maken ze vulgaire gebaren. “Alsof hun leven niets waard is hè?”, zegt G.. Ik knik, en moet ineens terugdenken aan de straatkinderen die ik een aantal jaar terug in Brazilië ontmoette. Nu ik dit schrijf gaan mijn gedachten ook naar die andere groep: de vluchtelingen, waarvan we enkelen op onze reis al tegenkwamen en die nu volop in het nieuws te zien zijn. Het is realiteit. Vluchtelingen, bedelaars, zwervers, straatkinderen… Allemaal mensen waarmee we tijdens onze reis mee in aanraking komen. Mensen die uit alle macht proberen te overleven en wanhopig op zoek zijn naar dát waar wij in Nederland nauwelijks nog over na hoeven te denken. Rust, voedsel, onderdak en veiligheid. Het maakt ons stil en beschaamd.

Liftend richting Iran

De week in Istanboel vliegt voorbij. Het Iraanse visum staat inmiddels in ons paspoort (een heerlijk gevoel!) en het is tijd om onze reis te vervolgen. Aangemoedigd door de positieve liftverhalen van Şahin, Lalla en Sasha besluiten we om liftend verder te trekken. We zijn benieuwd! Het is moeilijk, afscheid nemen. Maar dat is reizen nietwaar? We zullen de onbaatzuchtige gastvrijheid en de gulle vriendelijkheid van Şahin in iedere geval nooit vergeten. Het ga je goed!