№ 10 | Deel 2: Midden-Oosten

Geloof het niet. Het is gewoon niet waar. Alle vooroordelen en misvattingen verdwijnen als sneeuw voor de zon zodra je Iran binnenkomt. Nee, je hoeft niet levensmoe te zijn als je hiernaartoe reist. Nee, je wordt niet gekidnapt door griezelige terroristen. Nee, je wordt niet gevangen gezet omdat je kleding niet deugt en nee, je wordt ook niet uitgescholden omdat je een westerling bent. Juist het tegendeel is waar. Wildvreemde mensen bieden je thee met koekjes aan, of zelfs een hele maaltijd. Ze nodigen je uit in hun huis. Ze knopen gesprekjes met je aan op straat, of heten je spontaan welkom in hun stad. En in restaurants kan het zomaar gebeuren dat iemand anders al voor jouw eten heeft betaald. Ook is het niet uitzonderlijk dat je ‘s avonds op je hotelkamer een briefje onder de deur toegeschoven krijgt met daarop een uitnodiging. Of dat iemand je de hele dag rondleidt, alles voor je betaalt en herhaaldelijk weigert om geld in ontvangst te nemen. Nergens ter wereld hebben we hartelijkere mensen ontmoet dan in dit land. Ongelofelijk gastvrij, uitzonderlijk behulpzaam en ontzettend vriendelijk. Geen enkel moment hebben we ons ongemakkelijk gevoeld. Iran schijnt zelfs één van de veiligste landen ter wereld te zijn. En dat geloven we graag.
Het is bijna onmogelijk om ons vierweekse bezoek aan het uitgestrekte, bergachtige Iran samen te vatten in een verhaal als dit maar vooruit, we doen een poging. We kunnen lang niet alles beschrijven maar in ieder geval kunnen we weergeven welke indruk Iran op ons achtergelaten heeft.

Azerbeidzjan

Ons plan is om Iran van noord naar zuid te doorkruisen, met de bus. We beginnen in het noordelijke plaatsje Bazargan aan de grens met Turkije en vanaf daar reizen we via Maku naar Tabriz. Deze noordwestelijke provincie, Azerbeidzjan, heeft een heel eigen taal en cultuur. De taal, Azerbeidzjaans, is verwant aan het Turks en aan het buurland met dezelfde naam: Azerbeidzjan. Wees voorzichtig om deze mensen Iraniërs te noemen want sommigen voelen zich echt op hun teentjes getrapt. Het is ook de regio met het meest milde klimaat van het land en het meeste groen. Al moet je jezelf bij dit groen ook weer geen sappige Hollandse weiden voorstellen want in Iran is het voornamelijk heel erg droog.

Verkeer

Het chaotische verkeer, erg kenmerkend voor Iran, is even wennen. Alles kan, zo lijkt het. Aan strepen op de weg of verkeerslichten houdt men zich nauwelijks. Complete gezinnen op één motorfiets waarbij zelfs het jongste kind nog geen helm draagt, auto’s zonder verlichting, motors op de stoep, vier rijen auto’s op een tweebaansweg, je ziet het allemaal. Als voetganger is het opletten geblazen want je bungelt helemaal onderaan de pikorde. Dit maakt oversteken elke keer weer een uitdaging. Af en toe is het om razend van te worden. We snappen nu wel waarom Iran helaas zo hoog scoort wat betreft het aantal verkeersdoden per jaar. Iedereen doet maar wat.

Luchtvervuiling

Ook de luchtvervuiling is een ding hier. Vanwege de sancties en het bijbehorende importverbod voor westerse auto’s zijn de meeste auto’s, bussen en vrachtwagens in Iran stokoud en vreselijk milieuvervuilend. Iran heeft wel wat eigen autofabrieken maar ook deze blinken niet bepaald uit in milieuvriendelijkheid. Het straatbeeld is een interessante mix van oude motorfietsen, Iraanse automerken als Paydan en Saipa, de alomtegenwoordige Peugeot Pars (een Peugeot 405 variant), geïmporteerde merken uit Azië en heel veel antieke Mack en Mercedes vrachtwagens uit de jaren vijftig of zestig. Daarnaast rijdt er ook nog wat Russisch spul rond. Voor liefhebbers van oude auto’s is Iran zeker een interessant land.

Nieuwe vrienden

In Tabriz, de hoofdstad van de provincie Azerbeidzjan, maken we veel vrienden. Zo brengen we een paar fantastische dagen door met Merhad, Nadir en Hadi, drie jonge schoenverkopers die we ontmoeten in de schoenenbazaar. Deze ontmoeting komt tot stand op een manier die in Iran heel gebruikelijk is. Het begint allemaal met ons bijna dagelijks terugkerende ritueel: de wifi-jacht. Terwijl we zoekend en vragend over straat lopen worden we door iemand aangesproken in de Iraanse standaardbegroeting Engels: “Hello, are you foreigner? Whereareyoufrom? Welcome to Tabriz!” We maken van de gelegenheid gebruik om te vragen of hij een plek weet waar gratis wifi is. Dat weet hij wel. We volgen hem en hij brengt ons bij schoenverkoper Nadir. Met Nadir lopen we mee naar het schoenenwinkeltje van zijn broer Rasool. Daar kunnen we op internet. Ondertussen worden we voorzien van water, toffees en bananen. Mehrad, een vriend van Nadir die goed Engels spreekt, fungeert als tolk. Al snel blijkt dat de jongens, tussen het verkopen door, de hele dag niets anders dan dom ouwehoeren en de gek met elkaar steken. Dat begrijpen we wel. Je moet toch wat als je heel de dag op een stoeltje in je winkeltje zit, nietwaar? We vinden het vreselijk gezellig. Tussendoor neemt Nadir ons mee voor een traditionele, voortreffelijke lunch. Nee, geen Iraanse lunch, een Azerbeidzjáánse lunch. We blijven bijna de hele dag in de schoenenbazaar rondhangen. Telkens moeten we weer in een ander winkeltje zitten, kennis maken met andere verkopers en elke keer krijgen we van alles toegestopt. De dag erna roken we met Mehrad, Nadir en Hadi ‘s avonds waterpijp in het El Shah Goli park en fietsen we een rondje op de racefiets van Nadir, die profwielrenner wil worden. De jongens helpen ons nog om de tent op te zetten (we slapen een nachtje in het park) en daarna nemen we uitgebreid afscheid.

G. en het geheime vrouwenfeest

De volgende ochtend, net nadat we de tenten hebben opgerold en we met onze backpacks op de rug door het park lopen, ontmoeten we Ali, een gepensioneerde vijftiger die een rondje aan het hardlopen is. Hij nodigt ons uit bij hem thuis en dat aanbod kunnen we onmogelijk weigeren. We maken kennis met zijn vrouw Afzane die ons onmiddellijk een ijskoude vruchtendrank en een rijkelijk gevulde fruitschaal voorzet. Natuurlijk mogen we blijven slapen en de volgende dag wordt G. spontaan uitgenodigd voor een besloten vrouwenfeest. Het is een ultieme gelegenheid om het ware Iran te kunnen zien: de hoofddoeken gaan af, het eten komt op tafel, de muziek gaat aan, er wordt gedanst, gelachen en gezongen. De vrouwen zien er zeer westers uit met hun make-up, modieuze kleding en zelfs de neuzen doen westers aan. Al komt dit laatste door de vele neuscorrecties die hier plaatsvinden. Een chirurgische ingreep die volstrekt niet zonder gevaar is. Sommigen verliezen er zelfs hun reukvermogen door. Waarom de Iraanse vrouw juist op de westerse vrouw wil lijken is ons een raadsel want onder hun hidjab zien veel Iraanse vrouwen er vaak oogverblindend uit. Feestjes zoals deze vinden meestal plaats in afgelegen villawijken die daar speciaal voor gebouwd zijn en waar eigenlijk niemand woont. Dergelijke feesten zijn namelijk net als alcohol en drugs officieel verboden. Niet dat alcohol en drugs onverkrijgbaar zijn trouwens. Je moet alleen weten hoe. Alcohol wordt óf gesmokkeld uit bijvoorbeeld Armenië óf illegaal gebrouwen en als je je bedenkt dat Iran naast de grootste opiumproducent ter wereld ligt dan snap je wel dat ook dit vrij makkelijk te verkrijgen is. Het schijnt zelfs dat menig vrachtwagenchauffeur in Iran al opium rokend achter het stuur zit…

Grotwoningen

Wat Turkije heeft in Cappadocië, heeft Iran in het plaatsje Kendovan: grotwoningen. Het verschil met de grotwoningen in Turkije is dat hier nog steeds mensen wonen. Het is een erg bijzondere plek om te zien. Allemaal puntige, driehoekige huisjes en een wirwar van steile paadjes die tussen de huisjes omhoog lopen waar kinderen op ezeltjes heen en weer sjokken. Wat een werk moet het geweest zijn om deze huizen te bouwen. En wat een hard leven! Zeker in de winter, want hier kan het best wel koud worden.

Perzisch tapijt

De kleurrijke bazaar van Tabriz is ook de moeite van een bezoekje waard. Dit is tenminste een authentieke bazaar, in tegenstelling tot die van Istanboel. We worden, ondanks verwoede pogingen tot weigeren, een Perzische tapijtwinkel binnen getrokken waar we alle soorten en maten tapijten te zien krijgen, inclusief bijbehorende prijs. Ja, het is écht heel mooi en kunstig gemaakt vinden we, en nee, het past écht niet in onze backpacks.

Hamedan

Na Tabriz gaat de reis naar Hamedan, het vroegere Susan in de tijd van de Bijbel. Daar bezoeken we de tombes van Ester en Mordechai, een absoluut kippenvelmoment. Nog steeds wonen hier Joden, al zijn het er lang niet meer zoveel als vroeger. Ook zijn er veel Koerden in deze stad, die dichtbij Iraans-Koerdistan ligt. Door een Koerdische familie die aan het picknicken is in een parkje krijgen we een falafelbroodje in onze handen geduwd. Weigeren heeft geen zin. We blijven ons verbazen over de gulheid van al die lieve mensen hier! Hoewel—kanttekening—soms kan er ook sprake zijn van tarof: iets aanbieden uit beleefdheid maar niet gemeend. Word iets na twee of drie keer weigeren niet opnieuw aangeboden dan kun je ervan uitgaan dat het tarof was. Maar dat hebben we, voor zover we kunnen beoordelen, slechts sporadisch meegemaakt.

De regering en de inwoners van Iran

Via Qazvin en de nabijgelegen ruïne van Alamut komen we terecht in de miljoenenstad Teheran. Een stad die een beetje te groot en te druk is voor ons, wat reden is om er niet al te lang te blijven. We bezoeken een paar interessante plekken waaronder de fraaie Tabi’at-brug (een architectonisch hoogstandje) en de schrijn van voormalig leider Khomeini. Een bizarre plek. Kosten noch moeiten zijn gespaard om er een buitenproportioneel ‘heiligdom’ van te maken. Het gerucht gaat dat er zelfs mensen voor worden betaald om hier de hele dag te huilen. Of dat waar is weten we niet. We krijgen er een beetje een naar gevoel van om hier te zijn. Iran is prachtig maar de standpunten van haar regering zijn dat nou niet bepaald. We zijn niet de enige die dat vinden. Ook veel Iraniërs moeten niets van hun leiders hebben. De agressieve opstelling naar het buitenland en de religieuze wetten worden door velen gehaat en verafschuwd. In de vier weken die we in Iran zijn geweest hebben we met veel Iraniërs hierover gepraat. Bijna allemaal nemen ze afstand van de regering. Sommigen zelfs heel openlijk. Iraniërs spreken altijd over ‘the government of Iran’ en ’the people of Iran’, een belangrijk onderscheid wat goed is om te maken. Het zou het land geen recht doen als je alleen spreekt over dat wat er allemaal niet mag en het beeld dat de media van Iran schetst. Dit is maar één kant van het verhaal, waarschijnlijk vooral dankzij de voormalige en ook de huidige leider. De ’twins’, zo worden ze spottend genoemd. Khamenei wordt met zijn paranoïde oorlogsretoriek soms openlijk voor gek versleten. Een enkele keer spreken we mensen die het wél met de regering eens zijn, zoals de twintigjarige Lucky. Hij werd helemaal lyrisch over de kracht en grootsheid van zijn land en vond dat alle Irakezen en Arabieren dood moesten. Ja, dat is natuurlijk ook een standpunt.

Land van contradicties

Al rondreizend door Iran ontdekken we dat er zoveel tegenstrijdigheid is hier. Een vreemd soort dubbelheid die je overal tegenkomt. Aan de ene kant zijn er de strikte moslims die we kennen uit de media: in het zwart gesluierde vrouwen en vrome mullah’s. En aan de andere kant de vrijgevochten Iraniërs die de regels wel lijken te volgen maar ondertussen precies weten hoever ze kunnen gaan in het omzeilen ervan. Zo is buitenlandse televisie verboden en zijn veel westerse internetsites ontoegankelijk maar heeft bijna iedereen een satelliet en VPN. Alle sociale media zijn geblokt maar één van de hoogste leiders zit op Facebook. Iran zit vol met dit soort interessante tegenstellingen. ‘Het land van contradicties’, zo typeert buitenlandcorrespondent Thomas Erdbrink treffend. In de schitterende, vierdelige serie “Onze man in Teheran” laat hij diverse kanten van het land zien, waardoor je een goed en evenwichtig beeld krijgt van Iran.

Medereizigers

Na Teheran voert de weg ons naar het dorre, woestijnachtige zuiden. We bezoeken de eeuwenoude, historische plaatsen Esfahan en Yazd. In Esfahan verblijven we bij de relaxte Javid, die een enorme kelder heeft, speciaal voor couchsurfers. In deze kelder ontmoeten we ook weer veel andere reizigers, waaronder Sebastián uit Frankrijk. Hij is aan een reis begonnen zonder eind, zoals hij het zelf noemt. Het kan twee jaar duren of vijf jaar of misschien ook wel veel korter. Het meest interessante vinden we dat hij heel langzaam reist. Geen haast, geen druk, we zien wel. Een heerlijke houding. Van hem, maar ook van andere reizigers in Iran horen we goede verhalen van Armenië en Georgië. De natuur moet er schitterend zijn en de wijn heerlijk. In de kelder van Javid ontmoeten we ook een meisje dat aan slacklining op hoogte doet, een werkelijk bizarre sport! Zoek maar eens op op YouTube. Het is lopen over een strakgespannen breed koord maar dan niet in een circus of gymzaal maar over een ravijn van tientallen meters diep… De categorie extreme sporten dus. Ze laat een filmpje zien waarin zijzelf op een slackline tussen twee bergen loopt en halverwege haar evenwicht verliest. Gezekerd met extra touw, dat wel, maar dan nog. Niets voor ons, zo besluiten we.

Yazd

Het beroemde, door velen reeds bejubelde Esfahan is prachtig, maar de wat onbekendere woestijnplaats Yazd is dat zeer zeker ook! Een echt Timboektoe-gevoel (is dat een woord?) krijg je hier, met al die huisjes van zand en klei en sprookjesachtige steegjes. Typisch ook zijn de talloze windtorens die je hier op veel daken ziet. De wind die van bovenaf door deze torens blaast zorgt voor gratis verkoeling in het gebouw. Niet zonder reden want het kan hier akelig warm worden. Zelfs in september, de maand dat wij er zijn, is het nog vijfendertig graden. Dat is nog niets bij de temperaturen in de zomer, zo verzekert Jud ons. We leren Jud kennen via couchsurfing. Hij leidt ons rond langs een paar bijzondere plaatsen en bij zonsondergang beklimmen we de ‘silent towers’ van Yazd, een overblijfsel uit het Zoörastistische tijdperk. Vroeger werden mensen hier niet begraven, maar op de top van deze heuvel neergelegd waarna hun overblijfselen werden opgevreten door de aasgieren. Vrij luguber. Pas vijftig jaar geleden is deze praktijk officieel verboden verklaard.

Hafez

Onze laatste week in Iran brengen we door in Shiraz, stad van rozen, poëzie en nachtegalen. Natuurlijk kunnen we Iran niet verlaten zonder een bezoek aan het mausoleum van Hafez. Hafez was één van Iraans meest befaamde dichters. Door een luidspreker worden zijn gedichten op een schitterende, zangerige toon voorgedragen. Jammer genoeg zegt het ons niet zoveel want zo goed is ons Farsi niet. Het is dan ook niet zo’n lang bezoek, cultuurbarbaren die we zijn.

Persepolis

In Shiraz gaan we ook naar de Nasir-al-Molk moskee, die met zijn beroemde glas-in-lood ramen (glas-in-hout om precies te zijn) een betoverende uitstraling krijgt als de zon erop schijnt. Het oude Persepolis is eveneens iets wat je niet mag overslaan. We raken onder de indruk van deze plek. In een plaatjesboek in de souvenirshop zien we hoe Persepolis er toen moet hebben uitgezien en al lopend tussen de overblijfselen beseffen we hoe bijzonder dit paleizencomplex moet zijn geweest, zeker voor die tijd! In Persepolis ervaren we opnieuw wat we in de afgelopen weken al vaker hebben ervaren: een soort verhoogd bewustzijn van de plek waar je bent. Er is zoveel geschiedenis op deze plek. Wat moet zich allemaal wel niet hebben afgespeeld tussen deze bergkammen?

Hartelijkheid met een hoofdletter

Na een heerlijke ontspannen week in Shiraz nemen we hartelijk afscheid van de geweldige Iraanse familie waar we zolang verbleven hebben: Mehdi, Noosha en hun grappige zoontje Artin. We zijn hen intens dankbaar voor alles wat ze voor ons hebben gedaan: de fantastische maaltijden, het heerlijke ontspannen verblijf in hun luxe appartement en allerlei andere dingen. Zo trakteerden ze ons een paar keer op een etentje in een restaurant, bezochten we een overdekte speelhal en was Mehdi bijna de hele week onze chauffeur. Voor Iraniërs geldt: hartelijkheid schrijf je met een hoofdletter. Een hele grote.

Afscheid

Met dit afscheid nemen we ook afscheid van het land. Wat een geweldige weken waren dit. Juist door veel te verblijven bij de inwoners zelf hebben we zoveel interessante dingen gezien en geleerd. Zaken die we nooit hadden kunnen ervaren als we alleen maar in hotels hadden overnacht. We hebben Iran leren kennen als een land met een ongelofelijk gastvrije bevolking die altijd en overal voor je klaar staat. Een veilig land (onthoud dit!) wat heel erg open staat voor toerisme en waar duizelingwekkend veel te zien en te beleven valt. Iran is elk bezoek meer dan waard!

Besef van vrijheid

Helaas, en ook dit is waar, is Iran nog steeds een land waar de bevolking lijdt onder de strenge wetgeving en de censuur. Het is vaak moeilijk voor mensen om hun dromen na te jagen en te doen wat hun hart verlangt. We hebben hier een paar voorbeelden van gehoord. En dán besef je wat vrijheid is! Zoveel dingen zijn hier verboden en zoveel kansen worden de mensen ontnomen. Met name voor de minderheden, en dat zijn er nogal wat, is het heel zwaar in Iran. We hebben een enorm respect gekregen voor de veerkracht en de positiviteit van haar inwoners. We hopen dat Iran snel (weer) het land wordt dat veel inwoners willen dat het wordt: vrij en open en met een uitgestoken hand naar de wereld.