№ 11 | Deel 2: Midden-Oosten

Na slechts een uurtje vliegen landen we letterlijk in een andere wereld: Dubai. Geen geblokt internet meer. Geen chaotisch verkeer. Geen verplichte hoofd-, arm- en beenbedekking voor Geerte. En geen constante, starende blikken. We herkennen de bekende fastfoodketens waarvan je weet hoe het smaakt. We zien de Carrefour. We horen Engels om ons heen. Lezen Engelse teksten. Zien mannen in korte broeken. En ja hoor: we kunnen weer pinnen. Wat een vrijheid. Wat een gemak. En wat een verschil met Iran. Dit. Heet. Luxe.

Even omschakelen

Extravagante luxe, om precies te zijn. Nadeel: de prijzen zijn er ook naar. Het verschil met het spotgoedkope Iran had niet groter kunnen zijn. De taxichauffeur bij de aankomsthal lacht ons hartelijk uit als we een voorstel doen van vijfentwintig dirham voor een kort ritje naar Dubai Festival City, het dichtstbijzijnde winkelcentrum. De prijzen beginnen bij vijfendertig, en dat alleen om de meter te laten lopen. Theoretisch gezien kunnen we ook met de bus, maar daarvoor heb je een red-, silver- of gold card nodig, verschillende soorten ov-kaartjes die alleen bij de vertrekhal te koop zijn. En die is een heel eind verderop, wat in de weinig plezierige woestijnhitte van Dubai geen leuk wandelingetje is. Maar, zo vertelt een vriendelijke man bij de bushalte ons, als je het terrein van de luchthaven afloopt en dán een taxi pakt is het de helft goedkoper. Een goede tip. Ook dat is warm met een backpack op je rug (al zijn die van ons gelukkig niet al te zwaar) maar het is minder ver lopen dan naar de vertrekhal. Uiteindelijk vinden we een Ethiopische taxichauffeur die ons voor dertig dirham naar Dubai Festival City wil brengen. Prima. Even de airco opzoeken. Daar aangekomen blijkt dat er ook een Ikea is. Wat is dat leuk om te zien zeg. Overal winkelende expats waardoor je in eerste instantie denkt dat je gewoon in de Ikea van Amsterdam of Duiven bent. Niets is minder waar. Opeens zijn daar de Filippijnse en Keniase nanny’s met de kinderwagens, braaf meelopend achter de zwart-witte Emirati’s: de man in een witte jurk en de vrouw in een zwarte boerka. Zelfs haar ogen zie je niet.

Mohsen

‘s Avonds worden we opgehaald door Mohsen, onze gastheer voor drie nachten. Lang leve couchsurfing. Terwijl we ons comfortabel laten wegzakken in de diepe stoelen van zijn BMW en de skyline van Dubai aan ons voorbij glijdt, vertelt Mohsen in het kort zijn verhaal. Hij komt uit Egypte en is hierheen gekomen voor werk. Hij heeft een goede baan bij een grote kledingketen. Mohsen vindt het hier fijn wonen en heeft veel vrienden. Alleen beginnen de huurprijzen de pan uit te rijzen. Zelfs de kleine studio die hij huurt is al peperduur, en dat is in Dubai International City, wat nog verder is dan de laatste metrohalte. Het centrum met zijn beroemde skyline is alleen voor de superrijken.

Groot, groter, grootst

De volgende dag ontdekken we het oude, oorspronkelijke Dubai, varen we voor één dirham met een bootje over de Creek en bezoeken we de Dubai Mall, het grootste winkelcentrum ter wereld. Daarbinnen bevindt zich, naast een verbluffende hoeveelheid winkels, het grootste aquarium ter wereld en daarbuiten spettert de Dubai Fountain, de grootste fonteinshow ter wereld. En die ligt weer aan de voet van de Burj Kalifa, de hoogste tóren ter wereld. Ook brengen we een bezoek aan Level 43, een rooftopbar met misschien wel het duurste glas water ter wereld: vijf euro! Geen lang bezoek dus, maar het uitzicht over de stad is prachtig.

Te warm

Dubai. Tja, wat moet je ervan zeggen? Mooi om eens te zien en te ervaren maar nee, geen stad voor ons. Al is het alleen al om de temperatuur. Zevenendertig graden toen wij er waren, wat voorjaarstemperaturen zijn voor Mohsen. Lekker temperatuurtje voor een dagje strand, vertelt hij, want in de zomer wordt het hier pas echt smoorheet. Blij dat we er zijn in oktober, denken we allebei. Zevenendertig graden is met die hete, droge woestijnwind warm genoeg voor ons. Na vijf minuten lopen ben je al kleddernat van het zweet. Reden om de dag erop lekker ‘thuis’ te blijven in Mohsen’s airco-gekoelde appartement. Even heerlijk skypen met familie en via de telefoon Indiaas eten bestellen—wat precies pittig genoeg was voor Joost Jan en iets te pittig voor Geerte.

Na een paar dagen genieten van de luxe van Dubai stappen we opnieuw op het vliegtuig. Op weg naar een nieuwe horizon. Dag Dubai! Hallo Centraal-Azië!