Druppels

Of het nu studenten zijn die een universiteitsgebouw bezetten of een kunstenares die de dochter van een uitgezette vluchteling bijstaat: in beide gevallen gaat het om mensen die hun nek uitsteken. Mensen met idealen. Mensen die opstaan tegen onrecht. Dat vind ik mooi.

Oudere mensen hoor je weleens zeggen dat idealisme voorbij gaat. Iets voor twintigers, dertigers—hooguit. Na het onvermijdelijke koophuis en het krijgen van kinderen verdwijnen de idealen sluipenderwijs, om plaats te maken voor berusting, onverschilligheid en cynisme. Volledig opgeslokt door de sleur van het bestaan en daarna opgebrand en uitgeblust. Zoiets.

Ik geloof daar niet in. Kijk naar Nelson Mandela, paus Franciscus of Wubbo Ockels. Of het oude vrouwtje dat jaar in jaar uit langskomt met de collectebus. Idealisme heeft niets met leeftijd te maken.

Theoloog Reinier Sonneveld noemt in zijn boek Het goede leven enkele argumenten die mensen soms aanvoeren om maar niets te hoeven doen:

— Het helpt toch niets. Er is zoveel corruptie.

— Waar moet ik beginnen? De wereld is zo groot en zo complex.

— Het is een druppel op een gloeiende plaat.

Zijn antwoord op die laatste dooddoener vind ik prachtig:

“Die druppel op de gloeiende plaat zou een standbeeld moeten krijgen!”

Doe gewoon iets. Alle beetjes helpen. Bij elkaar vormen deze losse druppels een zee van gerechtigheid. Niets doen omdat het ‘slechts’ een druppel op de gloeiende plaat is? Zeg dát maar tegen het kindslaafje uit India dat heeft kunnen ontsnappen uit de steengroeve. Of tegen de bootvluchteling die wél gered is. Zij zijn die druppels!