№ 25 | Stop-over

Wat gaan we doen? Verder reizen over land of toch maar via de lucht? De keuze is lastig maar uiteindelijk besluiten we om voor de tweede optie te gaan. Qua tussenstop kunnen we kiezen uit één van de volgende hubs: Bishkek (Kirgizië), Almaty (Kazachstan), Ürümqi (China), Novosibirsk (Siberisch Rusland), Moskou, Istanboel of Dubai. Vanwege onze vervolgbestemming blijkt Dubai het meest voor de hand liggend te zijn, én het goedkoopst.

Keuzes maken

We hadden Tadzjikistan dus ook over land kunnen verlaten, bijvoorbeeld via de Pamir Highway. Deze route loopt van Mazâr-e Sharîf (مزار ش ریف) in Noord-Afghanistan via een stukje Oezbekistan en een groot deel van Tadzjikistan tot aan Osh (Ош) in Kirgizië. Vooral het oostelijke deel van Tadzjikistan, het ruige Pamir plateau, moet zeer, zeer indrukwekkend zijn. In de lokale taal betekent Pamir: “dak van de wereld”. Deze bergketen sluit aan op de Hindu Kush in Afghanistan en op het Tibet-plateau van de Himalaya. De Pamir Highway is de op één na hoogstgelegen weg ter wereld (na de Karakoram Highway in Pakistan) en is aangelegd door de Sovjets om hun oorlogsmaterieel in dit onherbergzame deel van Azië te krijgen.

We hebben lang getwijfeld om deze aantrekkelijke route te nemen en daarna via Kazachstan en Mongolië naar China te reizen. Ook hebben we aan een route door India en Nepal zitten denken. Maar deze opties hebben ook hobbels. Zo kan de Pamir Highway in mei vanwege overstromingen, lawines en modderstromen erg gevaarlijk zijn. Daarnaast krijg je waarschijnlijk te maken met hoogteziekte. Dit kan voor een echte overland traveler natuurlijk nooit reden zijn om er van af te zien, maar toch is dit wel iets om serieus te nemen. De Pamir Highway kent namelijk een berucht traject van zo’n zestien uur stuiteren en heeft bergpassen van boven de vierduizend meter. Omdat we de tocht voor nu iets te risicovol vonden, hebben we besloten om de Pamir Highway voor later te bewaren. Een uitstekende reden voor een volgend bezoek aan Centraal-Azië! Wat India betreft: grote delen van het land zijn ongenadig heet in mei, dus veel beter is het om het land in een (relatief) koelere periode te bezoeken. China is ook afgevallen, omdat een visum niet zo makkelijk te regelen valt vanuit Tadzjikistan. Uiteindelijk kiezen we er dus voor om via de ‘onderkant’ oostwaarts te reizen: Dubai, de Malediven, Sri Lanka en vervolgens Maleisië. Op naar de tropen!

Dubai deel twee

Erg vreemd om opeens weer in het enigszins surrealistisch aandoende Dubai te staan. Omdat we een gigantische stop-over hebben van maar liefst achttien-en-een-half uur, gaan we opnieuw de stad in. We zien onder andere het deel van het oude centrum wat we de vorige keer gemist hebben: de vismarkt, de Gold Souq (waar twintig procent van ’s werelds goud verhandelt wordt), de Spice Souq en het interessante Dubai museum. Daar ontdekken we hoe een nietszeggend vissersdorpje kon uitgroeien tot wereldstad. Vervolgens opnieuw de Dubai Mall in voor wat reisinkopen, en als afsluiting nog een wandelingetje over The Walk. ’s Avonds laat keren we hondsmoe terug naar het vliegveld voor onze nachtelijke vervolgvlucht naar de Malediven.

Moderne slavernij

Tijdens het wachten bij de gate krijgen we een onverwachts inkijkje achter de oppervlakkige pracht en praal van de Emiraten. Een vrouw van onze leeftijd spreekt ons aan en er ontstaat een openhartig gesprek. Ze vertelt dat ze net is aangekomen uit Manila (de Filipijnen) en onderweg is naar Saoedi-Arabië om daar als D.H. (domestic helper) in een rijk huishouden te gaan werken, zeven dagen per week. Wat haar taken precies zullen zijn weet ze nog niet. Het is haar eerste keer, zo herhaalt ze steeds. Dat merken we, want ze is behoorlijk zenuwachtig. Zesentwintig jaar, een man en drie kinderen thuis (waarvan de oudste tien jaar is) en van hen heeft ze zojuist voor twee jaar afscheid genomen. Kun je het je voorstellen? En al die opoffering (zoals ze het zelf ook noemt) voor een inkomen van vierhonderd dollar per maand. Uiteraard kom je daar in de Filipijnen een heel stuk verder meer mee dan in Nederland, maar toch. Skypen met haar kinderen wil ze niet. Te pijnlijk. We hebben ongelofelijk met haar te doen. Het contrast tussen onze levens—en tussen onze reisbestemmingen—had niet groter kunnen zijn.