№ 4 | Deel 1: Europa

Na ons bezoek aan Boedapest namen we de trein naar Zagreb en vanuit daar direct de nachtbus naar Dubrovnik, gelegen in het zuidelijkste puntje van Kroatië.

Op het station van Boedapest werden we geconfronteerd met de gevolgen van de oorlog in het Midden-Oosten: grote groepen Syrische vluchtelingen. We hadden een gesprek met enkelen van hen en voelden plaatsvervangende schaamte. Zo onrechtvaardig hoe er met deze mensen wordt omgegaan. En zo’n contrast. Wij kunnen gaan en staan waar we willen. Zij absoluut niet.

Bosnië

We hadden verwacht dat de nachtbus van Zagreb naar Dubrovnik gewoon door Kroatië zou rijden, maar in plaats daarvan bleek hij dwars door Bosnië te gaan. Al rijdend door kleine, authentieke dorpjes met nog volop leven op straat en overal de typische Balkan kerktorentjes én minaretten kregen we een interessante eerste indruk van dit veelal onderbelichte en vaak negatief afgeschilderde deel van Europa. Tussen de plaatsen in reden we door een schitterend landschap van ruige bergen en diepe kloven. Het was natuurlijk nacht maar doordat de chauffeur steeds groot licht aan had konden we er toch redelijk wat van zien. Vooral de weg tussen Banja Luka en Jajce was erg mooi.

Toen het weer licht was bleek dat we inmiddels in Mostar waren aangekomen. Helaas hebben we het historische centrum met zijn beroemde brug en de door de oorlog deels verwoeste huizen niet kunnen zien omdat de bus alleen een buitenwijk aandeed. Na Mostar bereikten we al snel de Bosnisch-Kroatische grens, waar we getrakteerd werden op een strenge grenscontrole. Na een klein stukje Kroatië en een eerste glimp van een azuurblauwe Adriatische zee stonden we vreemd genoeg ineens weer voor de grens met Bosnië. De lange kustlijn van Kroatië wordt in het zuiden namelijk één keer onderbroken door een verdwaald stukje Bosnië. De bus stopte voor een pauze in het schilderachtige plaatsje Neum en niet lang daarna konden we opnieuw aansluiten voor een grenscontrole. Ook deze duurde zeker een uur. Mede daardoor arriveerden we pas om half twee ’s middags in Dubrovnik. Omdat we ’s nachts rond twaalf uur uit Zagreb waren vertrokken had deze busreis dus bijna veertien uur geduurd.

Dubrovnik

Kort samengevat vonden we Dubrovnik zeer toeristisch en schandalig overpriced maar ook ontzettend sfeervol en vooral héél erg oud. We hebben overnacht op camping Solitudo waar we vijfentwintig euro voor een tentplaats moesten neertellen (goedkopere opties waren er niet) en we hebben gezwommen in het heerlijk warme water van de Adriatische zee. 

Jadranska magistrala

Voor wie nu verder leest, is het leuk om de wegenkaart erbij te pakken. Zoek de weg eens op die van Dubrovnik in Kroatië naar Kotor in Montenegro loopt. En vervolgens via Ulcinj in Montenegro verder richting Albanië. Je zult zien dat deze weg bijna volledig de Adriatische zeekust volgt. Ik denk dat we niet overdrijven als we zeggen dat dit één van de mooiste plekken is die we in ons leven gezien hebben. In het bijzonder het gedeelte rondom de baai van Kotor was ontzagwekkend. Duizelingwekkend hoge bergen op de achtergrond die zichzelf weerspiegelen in het heldere, kalme water van de baai. Nieuwe strandjes na elke bocht, waterpoloërs, dobberende roeibootjes langs de kant, zonnige villa’s op de berghellingen en natuurlijk (want Mediterraans) overal cipressen en palmbomen. De “Jadranska magistrala”, oftewel de Adriatische snelweg, is een schitterende autoroute die we iedereen van harte kunnen aanbevelen!

Florian’s Backpackers

Tijdens dit schrijven zitten we op de beschaduwde voorveranda van Florian’s Backpackers, een gezellig hostel in Shkodër, Albanië. Best even lekker zo, want het zijn warme dagen. Overdag wordt de veertig graden met gemak aangetikt en ‘s nachts koelt het maar nauwelijks af. De zeewind die hier af en toe sterk komt opzetten is om die reden dan ook heerlijk, en de ventilator aan het plafond ook!

Wat betreft Albanië: we merken direct verschillen met buurland Montenegro en al helemaal met Kroatië. Albanië oogt zeer arm. Maar wat een bijzonder vriendelijke mensen hier zeg! Jason, een relaxte Brit die eigenaar Florian helpt met dit hostel, wuift alle spookverhalen over ontvoeringen en maffia weg. Volkomen onterecht volgens hem. Hij verzekert ons dat de Albanezen erg blij zijn met toerisme en dat we niets hoeven te vrezen. Ja, er bestaat criminaliteit, maar die is in ieder geval niet gericht op toeristen. Hello, where are you from? Do you speak English?” zijn de begroetingszinnen waarmee we door de kinderen op straat worden aangesproken. We voelen ons welkom en veilig hier.

Leuke lui hier in het hostel trouwens. Zoals Cesar uit Guatemala, met wie we een lang gesprek voeren over de filosofische kant van het reizen. Hij is al vijf jaar lang met tussenpozen op reis en deelde zijn ervaringen met ons. De belangrijkste les: durf je planning los te laten en laat alles lopen zoals het loopt. Een fascinerend persoon, die Cesar. Ook Jason van het hostel is zo iemand die je ontmoet en daarna niet meer vergeet. We kunnen goed merken dat hij leraar is geweest. Geïnteresseerd in de verhalen van zijn gasten (jonge backpackers zoals ons meestal), vol met leuke feitjes en verhalen doorspekt met droogkomische Britse humor, een beetje vaderlijk af en toe en tegelijkertijd lekker chill. Jason heeft een vrij avontuurlijke manier van leven: een paar maanden per jaar werkt hij in hostels en voor de rest geeft hij her en der Engelse les. Zo reist hij de wereld rond.